We hebben het gedaan hoor! Onze eigen pindakaas gemaakt. Wij zijn pindakaas grootverbruikers. Want ja, wie is er niet groot mee geworden? Er gaan zo’n 2 potten in de week doorheen. Dus een mooi onderwerp om eens langs onze afvalmeetlat te houden.
De benodigdheden
Pindakaas zit doorgaans in glazen potten. Maar wel met een plastic deksel. En daarbij duiken er steeds meer delicatessen- en notenwinkels ook eigengemaakte pindakazen op. Dus ik dacht: dat moeten wij ook kunnen. Even op internet zoeken leerde me al snel dat het heel makkelijk is. Je hebt pinda’s nodig, olie (bijv. arachideolie) en wat zout. En iets waar je de pinda’s mee fijn kunt malen. Nu hebben wij een keukenmachine en die staat de meeste tijd mooi te zijn op het aanrecht, dus die zou dan ook eens wat meer te doen hebben. Maar dan de vraag: hoe kom je aan een grote hoeveelheid pinda’s? Want als we afval willen besparen, dan moeten we zoveel pinda’s kopen in een zo’n grote zak dat het wel opweegt tegen het aantal plastic dekseltjes dat we anders zouden kopen. Tenminste, dat was onze redenering. Met googelen kwam ik er lastig uit. Ik kon wel grote zakken pinda’s kopen, maar dat bleek vogelvoer. Nu weet ik niet of vogelvoer pinda’s ook geschikt zouden zijn geweest (de meeste powerfoods bleken immers ook gewoon vogelvoer te zijn), maar voor deze eerste keer durfde ik dat niet aan. Dus aan een (betaalbare) grote hoeveelheid pinda’s komen leek nog niet zo makkelijk als je zou denken.
5 kg pinda’s (in plastic, dat wel)
Toen ik op de markt was, heb ik gewoon eens bij een pindakraam gevraagd of ik ook heel veel pinda’s bij ze kon kopen. En dat kon. Dan moest ik even met de baas bellen. Die zou wel even een prijsje voor me maken. Zo gezegd zo gedaan. Nadat ik me over mijn schroom had heengezet, heb ik de beste man opgebeld en die wilde zowaar meedenken. Ik wilde 25 kg pinda’s, maar hij gaf me aan dat dat toch wel erg veel was. We zouden beginnen met 5 kg. Hij zou ze dan voor me bakken want, verzekerde hij me, wist ik wel hoeveel troep dat gaf om zelf pindakaas te maken? En hij gaf ook nog even aan dat hij zelf ook pindakaas wilde gaan verkopen en dat je dat straks in zijn kraam in je eigen potje kon tappen. Maar hee, ik was begonnen met dit miniprojectje dus ik moest en zou mijn eigen pindakaas gaan maken. En fair enough, dat bakken daar zag ik ook wel tegenop. Hij zou ze dus voor me bakken en omdat hij dat in olie deed had ik dan ook geen olie meer nodig om bij de pinda’s te doen. Makkelijk. Wel zou hij de 5 kg in een plastic zak verpakken, want het moet toch ergens in. Als het niet gebakken was dan had ik zo’n zak van 25 kilo kunnen kopen zoals hij het bij zijn leverancier haalt. Maar dan moest ik ze zelf gaan bakken of helemaal niet bakken. Dat kan blijkbaar ook: pindakaas van ongebrande pinda’s. Die smaak kunnen we ook nog eens proberen. Er zijn veel mensen die bij deze natuurlijke ongebakken smaak zweren ook omdat de voedingsstoffen dan veel beter bewaard blijven. Maar voor nu wilde ik het me niet al te moeilijk maken. Dat was tenslotte 1 van de uitgangspunten van de missie: er zijn grenzen, met name in tijd en geld. Dus dan maar beginnen met 5 kg in plastic zak. Die kunnen we wel weer als afvalzak gebruiken. Ik heb gelijk ook maar 5 kg rozijnen besteld en 5 kg zonnepitten want die vliegen er ook doorheen in ons huishouden. Wel in plastic, maar wel her te gebruiken en scheelt toch weer 10 stuks 500 gramszakjes of 25 stuks 200 grams zakjes. Hoezee.
Lekker smeuïg of met stukjes?
Maar terug naar de pindakaas. Een dag later haalden we de enorme zakken pinda’s, rozijnen en zonnepitten op en gingen we aan de slag. Ik ben niet zo van recepten precies volgen, meer van trial en error. Hoe moeilijk kan het zijn? Dus hup, op een vroege zondagochtend die pinda’s in de keukenmachine en aan dat ding. Het ratelt behoorlijk dat kan ik je wel zeggen. Na een paar minuten werd het al een smeuïg geheel. Een beetje te smeuïg. De 2e batch heb ik wat minder lang laten draaien zodat er nog een beetje een bite aan zat. Alles in lege jam- en pindakaaspotjes gedaan. En er ook wat naast natuurlijk. Maar het was niet eens zo’n enorme bende geworden. Labeltjes erop gemaakt (waarbij M heel lief de labels heeft uitgeknipt). Peanuts!
Over smaak valt niet te twisten
En dan niet onbelangrijk: het smaakte ook gewoon lekker. Natuurlijk wel anders dan de pindakaas uit de supermarkt, maar het smaakte wel meer gewoon, naar pinda’s. Duh. De kids moesten er eerst niets van hebben. Het lijkt wel of kinderen standaard een aversie hebben tegen iets wat niet uit de supermarkt komt. Wat de boer niet kent dat lusten ze niet. Maar toen ze ons de pindakaas ook gewoon zagen eten en er geen supermarkt pindakaas meer op tafel kwam, ging na een week eerst de een en toen de ander overstag. En nu is het weer gewoon pindakaas.
Operatie geslaagd?
En dan nu de vraag: is dit voor herhaling vatbaar? Nou, gelukkig hadden we met 5 kg een flinke voorraad en is de pindakaas nog niet op, dus heb ik nog even om erover na te denken. Dit pindakaas maken heeft namelijk een vreselijke uitwerking op mijn humeur. Ik kan namelijk niet tegen monotone geluiden. Na een uur dat geratel en gezoem van de keukenmachine te horen was het ding loeiheet en ik zwaar gestrest. Op mij heeft het dezelfde uitwerking als dat N gaat boren of erger frezen in mijn aanwezigheid. Dus als we dit nog een keer doen dan doet N het mixen of we zetten de keukenmachine buiten (maken we de buren blij mee :)).
Wat levert het op?
Als tweede overweging vraag ik me af of we hier qua minder afval nu zoveel mee opschieten. Om het goed te kunnen vergelijken, moet je het hele herkomst- en productieproces van massaal geproduceerde pindakaas nagaan. Komt die pindakaas in zakken van 25 kilo aan bij de pindakaasfabriek en worden die zakken niet hergebruikt? Dan heb je met deze manier van zelf pindakaas maken minder afval. Maar komen de pinda’s in grote boxen of silo’s aan bij de fabriek (en worden die hergebruikt) dan zou ik denken dat er qua verpakking alleen een glazen potje en plastic dekseltje aan te pas komen. En als je die potjes weer hergebruikt is dat misschien te overzien. In elk geval hebben we nu met 1 plastic zak voor de 5 kg pinda’s wel 15 potten en dekseltjes bespaard. En dat per 2 maanden is aardig de moeite.
En dan ten derde een reden om het wel zelf zo te doen. Er zijn steeds meer pindakazen op de markt die alleen van pinda’s en wat zout zijn gemaakt. En dat op zich is al goed, want de standaard pindakazen bevatten vaak onnodige toevoegingen, waaronder palmolie. En daar is natuurlijk ook veel om te doen in het kader van het kappen van de regenwouden om palm te verbouwen. Dus dat is weer een reden om in elk geval alleen pindakaas van alleen pinda’s te maken/kopen/eten.
Conclusie: het afvalproces van pindakaas vergt verder onderzoek, maar in principe zeg ik: doen! Al is het maar omdat home made zo leuk is om op je label te zetten.
What’s next?
Toen we klaar waren met de pindakaas vroeg M of we nu ook zelf appelstroop gingen maken….Uhm. Die zet ik nog even op het lijstje voor later. Vooral zolang we appelstroop kopen in herbruikbare potjes met dekseltjes.
Maar pindakaas is niet het enige waar we ons mee bezig hebben gehouden! Inmiddels heb ik ook op het non-food vlak wat mooie ontwikkelingen te melden. Zo was ik nu mijn haar met Lush shampoo bars en dat is echt een aanrader. Ik gebruik geen wattenschijfjes meer om m’n mascara eraf te halen, maar katoenen naveldoekjes die m’n moeder heel lief had bewaard voor onze baby’s maar die vreselijk onhandig waren en dus nu voor dit hogere doel worden ingezet. En ik heb ook zelf tandpasta gemaakt. Qua smaak niet zo’n succes, maar qua werking geen klagen. Vergt nog wat finetunen. Voor de rest gaan we gestaag verder met het elimineren van verpakkingen. Volgende keer meer!
Wat wil jij graag lezen?
Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar wat jij leuk vindt om te lezen over mijn missie. Vind je de verhalen over mijn ervaringen leuk ter lering en vermaak of zou je liever concrete tips willen om zelf aan de slag te gaan? Laat het me weten door hieronder te reageren!