Ik liet ons tosti-apparaat repareren voor € 83,78, terwijl een nieuw apparaat € 75,- kost. Jij denkt nu misschien: die is gek: een dief van haar eigen portemonnee! Ik leg je dan ook graag uit waarom ik koos voor repareren terwijl nieuw kopen goedkoper was. En waarom ik de reparatie niet duur vind. Lees je mee?
Kortsluiting tijdens het tosti’s maken
Er is nooit een goed moment voor het stukgaan van je tosti-apparaat. Bij ons gebeurde dat dan ook tijdens het maken van tosti’s – need I say more? De aardlekschakelaar vloog eruit. Overigens wel even goed om te benoemen dat we het hier eigenlijk hebben over een zogenaamde contactgrill. Zo’n apparaat waar je van alles op kunt grillen, panini’s en tosti’s kunt mee kunt maken. Tja, en mijn vriend is superhandig, heeft ook nog een poging gedaan om de oorzaak op te sporen, maar kon helaas niets vinden. Dus.. op naar het repair café.
Eerste stap: het repair café
Natuurlijk was het mijn eerste stap om naar het repair café gaan. In bijna elke gemeente zijn er wel repair cafés die worden gerund door vrijwilligers die het superleuk vinden om jouw kapotte apparaten te repareren. En het kost in veel gevallen ook nog eens niets. Je betaalt een vrijwillige bijdrage als je die kunt missen. Het kan zomaar zijn dat er maar iets heel kleins is waardoor jouw apparaat niet meer werkt. Zonde als je het zou afdanken, terwijl het misschien gemakkelijk te repareren is.
En konden ze mijn contactgrill maken?
De heren bij het repair café vonden mijn tosti-ijzer wel een mooi project. Zij maten ‘m helemaal door en kwamen er inderdaad achter dat er een lek zat. Het apparaat deed het overigens nog wel. Ik kreeg het advies om de contactgrill een half uur flink heet aan te zetten op en stopcontact zonder aarding. Dan zou eventueel vuil of vet dat mogelijk op het verwarmingselement zat wel wegbranden. En dan zou het opgelost kunnen zijn. Meer konden zij niet voor me doen. Ik heb dat klusje maar wel even aan mijn vriend overgelaten (don’t try this at home). Maar helaas hielp het niets. En toen kwam de vraag: wat nu?
Een enorm ding – een enorm stuk afval?
Zoals je op de foto ziet is ons tosti-ijzer een enorm apparaat. Stel dat we nu zouden zeggen: ok, we hebben het geprobeerd, hij is stuk, we doen ‘m weg. Dan gaat ie naar het Wecycle station (niet bij het restafval natuurlijk!!!). Daar wordt ie uit elkaar gehaald. Alle snoertjes, kunststof en rvs onderdelen in een aparte bak. Zodat zoveel mogelijk grondstoffen opnieuw gebruikt kunnen worden. Kortom: een enorm ding aan afval.
Spullen: de nummer 1 impact van onze leefstijl
Maar ook een enorm ding dat eerst geproduceerd moest worden. Zoals ik al zo vaak benoem uit De Verborgen Impact van Babette Porcelijn: spullen zijn de nummer 1 impact van onze westerse levensstijl. Na digitale spullen, zijn elektronische spullen het meest ingewikkeld om te maken. En hebben ze een flinke negatieve impact op onze planeet.
Verrassing: de reparatieservice!
Ik wilde het hier dus niet bij laten zitten. En ging eens op internet kijken bij de producent. Hoe verrast was ik, toen ik ontdekte dat Tefal een reparatiemogelijkheid aanbiedt voor hun producten. Niet alleen binnen de garantietermijn, maar ook daarbuiten. Ons tosti-apparaat is inmiddels zo’n 10 jaar oud, dus op garantie hoefde ik niet te rekenen.
Ok, je kunt dus (net als ik) van alles vinden van de Teflon en pfas die ze gebruiken voor de anti-aanbaklagen in pannen (en ook in ons tosti-ijzer), maar het repareren van spullen hebben ze dan wel weer goed voor elkaar.
We gingen het experiment aan
Het zou alleen al € 28,50 kosten om het apparaat ter beoordeling op te sturen. Dan zouden we bericht krijgen over de reparatiekosten en hadden we eventueel nog de keuze om van reparatie af te zien. Dat dit niet met een paar euro klaar zou zijn, hadden we al door. Maar ik wilde graag het experiment wel aangaan. Dus reparatieaanvraag gedaan, formulier ingevuld en het apparaat netjes verpakt opgestuurd.
Na een paar weken kregen we bericht. De verwarmingselementen moesten worden vervangen. Materiaalkosten: € 21,84 + arbeidsloon € 30,-, transport € 7,40 en behandelingskosten € 10,-. Totaal dus € 83,78.
We waren al zover gekomen. En anders hadden we niets. Daarom besloten we door te zetten. Vol smart wachtten we af…
Hij doet het weer!
Het bleef een paar weken stil. Maar ineens was daar het bericht: binnenkort konden we weer tosti’s maken. De stemming in ons gezin steeg geweldig na dit ultiem goede nieuws. Een paar dagen later haalde Niels ons apparaat op bij het pakketpunt. Het kwam terug in dezelfde doos en verpakkingsmateriaal waar wij ‘m ook in hadden verpakt. Super, want hoe onzinnig was het geweest als zij ‘m opnieuw hadden verpakt in nieuw verpakkingsmateriaal.
En het beste: hij doet het weer!
Ik vond het wel belangrijk om je even mee te nemen in het verhaal over hoe het zo gekomen is, maar dan nu de moraal van het verhaal:
Waarom betaalden wij meer voor reparatie?
We hadden natuurlijk allang opgezocht wat hetzelfde tosti-ijzer nieuw zou kosten. Dat zou € 75,- zijn. Niet dat we nieuw zouden willen kopen. Als we iets moeten vervangen wat niet te repareren is, kiezen we eerst voor tweedehands. Er is genoeg aanbod op Marktplaats, dus voor een paar tientjes hadden we ook weer tosti’s kunnen maken. Toch kozen we voor reparatie. En wel hierom:
- Het was nog te repareren
De meeste onderdelen van het apparaat werkten nog prima. Het hele apparaat afdanken zou zonde zijn van alle effort die erin is gestoken om het te maken. Als we een nieuw apparaat ervoor in de plaats zouden kopen, zou dat weer veel impact hebben. Zoals gezegd staan spullen op nummer 1 in de Impact Top 10 (De Verborgen Impact, Babette Porcelijn). Ook tweedehands spullen hebben impact. Zouden we tweedehands kiezen, dan nog zouden we ons oude tosti-ijzer moeten afdanken. - Verantwoordelijkheid nemen
Ik vind dat we, nu we weten dat onze levensstijl en daarbij spullen, een grote negatieve impact hebben, onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Het eigenaarschap om zorgvuldig om met waardevolle grondstoffen op onze aarde om te gaan. Niet: het is goedkoper, dus ik koop nieuw. Maar: ik kan het betalen, dus ik laat het repareren. En ik kan het betalen, juist omdat ik veel bespaar omdat ik minder spullen koop. Dus ik neem mijn verantwoordelijkheid en ik betaal voor reparatie. - Je spullen goed onderhouden
Ik kocht eens (tweedehands) een opblaasbare kano. En moest enorm lachen om een zin in de gebruiksaanwijzing. Er stond iets van: “Bij dit kwaliteitsproduct komt naast veel plezier een grote verantwoordelijkheid kijken. De levensduur van de kano wordt aanzienlijk verlengd als de onderdelen goed onderhouden worden.”
Ik vond het eerst best betuttelend om in een gebruiksaanwijzing op deze manier te worden aangesproken. Maar het is zo waar. Helemaal met zo’n opblaaskano. Als je ‘m bijvoorbeeld nat op zou bergen, dan tast het plastic aan en gaat het stinken. Of als je ‘m in weer en wind in de tuin laat liggen: dan slijt het plastic ook sneller door de vele zon die erop komt. En misschien gaat ie wel lek door een rondvliegende tak. En die verantwoordelijkheid geldt eigenlijk voor alles wat je koopt. Zorg er goed voor, zodat het zo lang mogelijk meegaat. - Ik vond de reparatie niet duur
De prijs-kwaliteitverhouding is wat mij betreft helemaal legitiem. Het is wel gek dat nieuw kopen goedkoper is. Eigenlijk is de nieuwe versie te goedkoop. Je betaalt niet de echte prijs (True Price) voor het apparaat. In de nieuwprijs zijn namelijk geen verborgen kosten meegenomen als CO-2 uitstoot, land- en watergebruik en vervuiling. Het tosti-ijzer is waarschijnlijk in China gemaakt, waar productie door lage lonen flink goedkoper is. Bovendien zijn er vele tosti-ijzers tegelijk gefabriceerd tijdens een superefficiënt proces. Als er dan 1 gerepareerd moet worden, dan kost dat tijd. Tijd om te ontdekken waar de fout zit, te bepalen wat er aan gedaan kan worden en dat vervolgens doen. Ons tosti-apparaat is in Nederland gerepareerd. De kosten voor de onderdelen, maar ook voor beoordeling van het probleem, het maken en de verzending vind ik heel redelijk naar Nederlandse maatstaven. En dus vind ik de reparatie niet duur. - Minder afval
Als we ‘m niet hadden laten repareren, dan was ons tosti-apparaat afval geworden. Door elektrische apparaten netjes in te leveren bij een Wecycle punt, worden grondstoffen zo veel mogelijk opnieuw gebruikt.
Dus: we lieten ons tosti-apparaat repareren. En we zijn er blij mee, dat ie het weer doet. Hopelijk kan ie nu weer heel wat jaartjes mee.
Wat we nog meer (laten) repareren
Het tosti-apparaat is trouwens niet het enige wat wij (laten) repareren. Onze vaatwasser en vooral onze wasmachine zijn al een aantal keren kapot geweest. Terwijl je soms zou denken: nu is ie echt oud en kun je beter een nieuwe kopen, is het soms echt maar een klein dingetje wat kapot is. Zonde om zo’n heel apparaat weg te doen.
Overigens is nieuw kopen dan wel weer beter bij koelkasten en vrieskasten. Na een levensduur van zo’n 10 jaar, zijn er inmiddels zuinigere versies op de markt. En kun je dus beter je oude koelkast of vriezer vervangen. Maar dit geldt dus niet voor overige apparatuur zoals een wasmachine.
Geplande veroudering
Wist je dat er zoiets bestaat als geplande veroudering? Dat betekent dat spullen gemaakt zijn om maar een beperkte tijd mee te gaan. De producent wil namelijk graag dat jij blijft kopen. En omdat repareren duurder is, koop jij weer een nieuwe. Dit geldt voor elektronische apparatuur, maar ook voor bijvoorbeeld telefoons. De telefoon doet het nog goed, maar je kunt geen (beveiligings)updates meer uitvoeren. Ook dat is geplande veroudering. Hierdoor worden veel meer apparaten afgedankt dan nodig. Maar daar komt wel verandering in door regelgeving vanuit de EU.
Recht op reparatie
Het is natuurlijk erg wennen om meer te betalen voor reparatie dan voor nieuw. En ik snap wel dat er mensen zijn die daar moeite mee hebben. Om dat gat te dichten, zouden we dus eigenlijk voor nieuwe spullen de echte prijs moeten betalen. En zou het repareren van spullen gemakkelijker en goedkoper gemaakt moeten worden. Want sommige spullen zijn zo gemaakt, dat ze niet eens te repareren zijn. Fabrikanten moeten dus in hun ontwerp rekening gaan houden dat een apparaat later gerepareerd kan worden. Ook moeten zij een mogelijkheid bieden om spullen tegen een redelijke prijs te laten repareren. Ook buiten de garantie. Ik vind het mooi van Tefal (#nospon) dat zij in elk geval die mogelijkheid al bieden.
Betere kwaliteit – minder spijt
Uiteindelijk hebben we allemaal veel meer plezier van kwaliteitsproducten die lang meegaan. Alleen: daar verdienen fabrikanten zo weinig aan. Nu denk ik dat dat verdienen ten eerste ook wel wat minder mag. Sommige bedrijven maken zulke hoge winsten waarvan je je afvraagt of dat nu echt nodig is. Als er in de top niet meer zulke grote salarissen worden vergeven en er niet meer gestreefd wordt naar zoveel mogelijk winst, kan een bedrijf met minder geld toe. Kwaliteitsproducten zijn misschien duurder in aanschaf, maar gaan wel een leven lang mee. Het wordt tijd dat we dat weer gaan waarderen en inzien dat dit voordeliger is dan steeds goedkope nieuwkoop.
Daarnaast zijn er mooie businessmodellen die het maken en kwaliteitsproducten stimuleren. Als kwaliteitsproducten duurder worden, kan het voor mensen aantrekkelijker worden om een product te lenen in plaats van te kopen. Dan hoeven zij niet een groot bedrag in 1x uit te geven. De producent is dan verzekerd van vaste inkomsten. En de klant geniet van kwaliteit. Als producent wil je immers niet dat een uitgeleend product steeds kapot gaat. Dan draai je voor de kosten op.
Wat zou jij doen?
Ik hoop je hiermee wat inzicht te hebben gegeven in onze keuze voor reparatie. En jij, wat zou jij hebben gedaan?